Op 11-10-1772 was Grietjen samen met haar broer? (Harmanus) getuige bij de doop van Anna, de dochter van zus Hendrikje en Jan Godschalk, in Amsterdam.
Op 28-04-1784 zijn Grietjen en Bouwke getuigen bij de doop van Grietje, de dochter van zus Hendrikje en Jan Godschalk, in Amsterdam.
Op 16-11-1796 zijn Grietjen en Bouwke woonachtig in Amsterdam.
Vanaf 1807 zat Grietje bij de Huiszittenhuizen in Amsterdam. Dit waren huizen van waaruit de bedeling aan ‘huiszittende armen’ plaatsvond. Dat zijn arme mensen die niet in een gasthuis of tehuis waren gehuisvest, maar nog in hun eigen huis woonden. Zij kreeg van 1807 t/m 1820 in de winter brood en turf en van 1809 t/m 1820 kreeg ze in de zomer brood.
Zij is mogelijk hertrouwd met Cornelis Vook (of Rook).